Zorgen over schijnzelfstandigheid
Nieuws & Wetgeving
Collin Leijenaar
Nieuws & Wetgeving
03/04/2025
2 min
0

Recent onderzoek schijnzelfstandigheid: Kennis neemt toe, maar onduidelijkheid en risico’s blijven bestaan

03/04/2025
2 min
0

Sinds de Belastingdienst op 1 januari 2025 de handhaving op schijnzelfstandigheid heeft hervat, staat het onderwerp stevig op de radar van zowel zzp’ers als opdrachtgevers. Uit recent onderzoek van Ipsos I&O – in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – blijkt dat de kennis over schijnzelfstandigheid toeneemt, maar dat veel organisaties en zelfstandigen alsnog worstelen met de praktische invulling en gevolgen.

Volgens het onderzoek blijkt dat 72% van de opdrachtgevers zegt de afgelopen tijd te hebben uitgezocht of hun medewerkers volgens de juiste contractvorm werken. Een kwart van deze opdrachtgevers denkt mogelijk met zzp’ers te werken die als schijnzelfstandige kunnen worden gezien.

Bekendheid groeit, maar blijft beperkt tot deelaspecten

Het goede nieuws: het overgrote deel van de ondervraagden is bekend met het begrip schijnzelfstandigheid. 90% van de zzp’ers zegt ervan gehoord te hebben, bij werkgevers ligt dit percentage op 83%. Ook het afschaffen van het handhavingsmoratorium is bij een ruime meerderheid bekend. Toch weet slechts de helft van de ondervraagden exact wat de veranderingen inhouden.

Opvallend is dat schijnzelfstandigheid vaak wordt versimpeld tot één enkel criterium, zoals het hebben van meerdere opdrachtgevers. Daarmee wordt voorbijgegaan aan de bredere juridische en fiscale beoordeling die de Belastingdienst hanteert. Criteria zoals gezagsverhouding, organisatorische inbedding en economisch risico worden regelmatig over het hoofd gezien.

Weinig actie, ondanks bewustzijn

Hoewel er brede bekendheid is met het onderwerp, blijven concrete acties vaak uit. Van de zzp’ers heeft slechts 60% daadwerkelijk onderzocht of hun contractvorm juridisch houdbaar is. 8% twijfelt zelfs openlijk of ze misschien schijnzelfstandig zijn. Bij werkgevers ligt dit percentage hoger: 72% zegt onderzoek te hebben gedaan, maar slechts 10% heeft een diepgaande analyse binnen de organisatie uitgevoerd.

In sectoren zoals zorg, onderwijs en kinderopvang zijn werkgevers actiever bezig met het herzien van hun samenwerkingsvormen. Grotere werkgevers – die vaker met veel zelfstandigen werken – herkennen het risico op schijnzelfstandigheid ook sneller.

Begrip én zorgen over handhaving

Zowel onder zzp’ers (64%) als werkgevers (68%) is er begrip voor de hervatte handhaving. Zelfstandigen noemen de bescherming van kwetsbare werkenden als belangrijke reden, werkgevers wijzen op het belang van een houdbaar sociaal stelsel.

Tegelijkertijd maken velen zich zorgen. 27% van de zzp’ers en 34% van de werkgevers noemt de situatie zorgwekkend. Vooral degenen die minder goed op de hoogte zijn van de regelgeving voelen zich onzeker. Er is behoefte aan meer helderheid over wat wel en niet mag, en aan concrete voorbeelden vanuit de praktijk.

Duidelijke behoefte aan heldere oplossingen

De eerste meting van Ipsos I&O laat zien dat schijnzelfstandigheid een complex en gelaagd thema is, waarbij de grenzen tussen zelfstandigheid en verkapt dienstverband vaak vaag blijven. Er is een dringende behoefte aan heldere, toepasbare oplossingen — zeker in sectoren zoals kunst- en cultuureducatie, waar veel wordt gewerkt met zelfstandige docenten.

Hoe zit het bij jouw school?

Werk jij met zelfstandige docenten en twijfel je of de samenwerking juridisch goed is geregeld? Dan is dit hét moment om dat te onderzoeken. De Belastingdienst is begonnen met actieve handhaving, en de gevolgen van schijnzelfstandigheid kunnen groot zijn.

Download ons whitepaper: De impact van schijnzelfstandigheid op muziekscholen

Of neem vrijblijvend contact met ons op om je situatie te bespreken.

Reacties
Categorieën